MODERNISTISCHE SIERADEN
De Amerikaanse modernistische sieradenontwerpers in de 30er tot en met de 60er jaren vonden de Victoriaanse sieraden te decoratief, de Art Nouveaux sieraden te decoratief en de Art Deco sieraden te star qua stijl. Hun doel was om unieke kunstwerken te maken die mensen konden dragen. Met de nadruk op kunst. De modernisten gooiden de traditionele denkbeelden volledig van zich af en vonden dat ze daardoor in staat ware om nieuwe methoden en manieren te ontdekken en te ontwikkelen Er werd veel gewerkt met zilver, koper, brons, halfedelstenen en in de natuur gevonden objecten zoals fossielen, tanden van elanden, hout, oude/antieke munten etc. Er werden surrealistische, geometrische en/of organisch gevormde stukken gemaakt.
In de 40er en 50er jaren ontstond in Scandinavië een soortgelijke modernistische beweging. In Denemarken, Finland Noorwegen en Zweden werden op kleine schaal modernistische sieraden gemaakt. Erge innovatieve vormen waarbij gebruik gemaakt werd van combinaties van materialen in organische, space age stijl gemaakt door zeer vakkundige zilversmeden. Deense designers zoals: Volmer Bahner, Niels Erik From, Hans Hansen, Karl Gustav Hansen, Jabob Hull, Georg Jensen, Jorgen Jensen, Arne Johansen, Anni & Bent Knudsen, Anton Michelsen en Herman Siersbol. Zweedse designers zoals: Bengt Hallberg en Karl Erik Palmerg. Noorse designers zoals: David-Andersen, Aksel Holmsen, Finn Jensen, Tostrup en Ton Vigeland. Finse designers zoals: Jorma Laine, Pentti Sarpaneva, Björn Weckström, Hannu Ikonen, Kultaseppä Salovaara, Kupittaan Kulta, Lapponia en Karl Laine.
Deze modernistische stroming werd op gang gebracht doordat de artistieke inbreng van de architectuur en industriële ontwerpers een steeds groter stempel ging drukken op het tijdsbeeld. De ideeën van de Duitse School (Bauhaus), de “toewijding aan de eenheid van de kunsten met de ambachten” werd steeds wijder verspreid. Zeker toen een deel van de Modernisten voor de tweede wereld oorlog in Amerika een veilig toevluchtsoord zochten. In Amerika werden verschillende scholen opgericht ter ondersteuning van deze stroming. Vele tentoonstellingen vonden plaats om het publiek hiermee bekend te maken. Kunstenaars en beeldhouwers zoals Richard Poussette-Dart, Alexander Calder, Jacques Lipschitz maakte de sieraden maar ook edelsmeden zoals Paul Lobel, Margaret De Patta, Sam Kramer, Art Smith, Harry Bertoia, Philip Morton, Ed Levin en Adda Husted-Andersen.
Over de hele wereld ging men aan de slag met deze stroming. In 1964 wordt de World Association of Craftsmen opgericht met het volgende doel: “Niet werken in de geest van concurrentie maar die van samenwerking. Samen ingewikkelde problemen oplossen. Niet alleen helpen om eigen succes te behalen.” Het was voor de ambachtslieden en ontwerpers een spannende tijd om in te leven. Het maken van sieraden is voor sommigen uitgegroeid tot een pure expressie van gedachten en gevoelens en minder verbonden met de traditionele rollen van het ornament. Ontdaan van de bekende codes en functies, is het uitgegroeid tot een moderne sieraden kunstvorm die vandaag de dag nog steeds wordt gevolgd en gewaardeerd.